top of page

Leven in de volheid van innerlijke en bezielde echtheid


Lieve vrienden,


Verheug jij je ook zo op vrijheid en innerlijke bevrijding? Voel jij ook hoe groot je verlangen naar innerlijke bevrijding is? Je verlangen naar het ontlast zijn van zwaarte en begrenzing? Naar een leven vanuit innerlijke waarde? Ik hoop van wel, want zo is het ook bedoeld. Het verlangen naar bevrijding is de natuurlijke drang om gelukkig en vreugdevol te zijn, want in geluk voelen we weer wat onze essentie is. Maar, ervaren we bevrijding wel altijd als vreugdevol?


Als je naar innerlijke bevrijding verlangt, verlang je naar het wegvallen van alle vormen van scheiding en begrenzing in jezelf. Ook naar het wegvallen van de scheiding tussen het donkere en lichte in jou. Dan verlang je ernaar dat wat aan inhoud nog onbewust is meer in het bewuste mag komen, dat je innerlijke beleving en je echtheid meer aan de oppervlakte mogen komen en dat de ziel meer in de ruimte mag komen, waar doorgaans het ego alles bepaalt.


Vanuit het verlangen om ook innerlijkheid, echtheid of bezieling weer helemaal in je leven toe te laten en daardoor weer volledig te worden, zet je je dan in om vanuit de oppervlakte de diepte in te gaan. Op zoek naar die heelmakende waarden. Dit gebeurt zo vanzelfsprekend dat jij je er daarbij niet bewust van bent dat op deze wijze het ego op zoek gaat naar de ziel.



Als het ego op zoek gaat naar het innerlijke, laat je het innerlijke niet in de ruimte komen waar je je nu bevindt, maar ga je met een zaklantaarn het donker in, in de hoop de waarde van het innerlijke, van de ziel, daar te kunnen vinden en halen. Dan laat je je niet bevrijden, maar probeer je op visite te gaan bij datgene wat je mogelijk zou kunnen bevrijden.


Als je dan bij de ziel op visite bent, voel je weliswaar hoe helend en vrij het daar is, maar je moet weer terug, want je leeft als mens in de wereld van feiten en tastbaarheid. Natuurlijk bevestigt zo’n bezoekje, dat als een moment van meditatie of verinnerlijking voelt, het bestaan van de ziel of van innerlijke waarde, maar het laat je ook bewust worden van dat je die kwaliteit waar je zo naar verlangt, in je oppervlakte of gewoontebestaan mist.


Menigeen treurt dan om dit gemis en vervalt daardoor in lijdzaamheid. Het verlangen naar bevrijding, dat in iedereen aanwezig is, kan door dat gemis ook sterker worden en uiteindelijk zo sterk worden, dat je bewust wordt dat het helemaal geen zin heeft dat het ego er steeds op visite gaat om er even aan te ruiken, maar dat je, zo sterk verlangend, de bereidheid voelt om die innerlijke kwaliteit helemaal toe te gaan laten in al die gebieden die zo naar bevrijding verlangen.



Vanaf dat moment treedt er een ware verandering in je op, want je beseft dat je je alleen maar tot in je oppervlakte hoeft te openen, en bereid hoeft te zijn om bevrijding in jou te laten plaatsvinden, in jou waar te laten worden.


Zolang je namelijk actief iets blijft ondernemen om tot vrijheid te komen of om bevrijding te vinden, is datgene wat dat onderneemt, jij zelf dus, niet open om die innerlijke kwaliteit in zich toe te laten. Datgene wat het diepst naar bevrijding verlangt, jij zelf, kan dan niet bevrijd worden. Telkens als jij je inzet en iets onderneemt, ben jij door je betrokken inspanning volledig bezet en ontoegankelijk om bevrijding te ontvangen en in je waar te laten worden. Je bent immers de leider van de tocht, de architect van het project, de gebruiker van je gereedschappen (vaardigheden), de aanvoerder op het strijdveld.


Als je dat echter doorziet en daardoor voelt dat niet de jij die aanvoert, maar de jij die zichzelf voelt, verlangt naar bevrijding, dan voel je dat het er om gaat die innerlijke waarde juist ook in jou toe te laten. Dan onderneem je niets meer met je gereedschappen en voer je geen campagne meer aan, maar laat je vanuit je diepe verlangen alles wat met innerlijkheid, bezieling en echtheid te maken heeft ongeremd in jou, in je zelf, toe. Zolang je een strijder blijft, ben je nog aan het proberen om de ziel op de een of andere manier te bereiken en buit te maken, maar daar waar je werkelijk voelt dat jijzelf degene bent die het sterkst naar bevrijding verlangt, laat je elke inspanning los en laat je het bevrijdende naar jou toe en tot overal in jou komen.



Laat daarom het verlangen naar bevrijding je leiden, zodat alle innerlijke waarde vanuit het verborgene tot in het bestaande en zichtbare mag komen. Daar kun je dus niet actief iets voor ondernemen, maar je kunt wel ruimte geven, zodat er iets kan en mag plaatsvinden. Ik nodig je dan ook uit om alles wat aan echtheid, bezieling of innerlijkheid in je diepte aanwezig is tot in jou toe te laten. Alles.


De innerlijke waarde van de echtheid en bezieling in jou verlangt er net zo intens naar om zich bij de tastbare feitelijkheid van je menszijn te voegen, dan dat jij verlangt naar innerlijke bevrijding. De innerlijke waarde die dan wordt toegelaten, heeft een helende invloed op de begrensde krampachtigheid of ongerijptheid van dat waar het in wordt toegelaten.


Dit verwarmd worden door deze innerlijke waarde en het daardoor vanzelf aan de kant gaan van vernauwing en strijd is de ware bevrijding waar je naar verlangde en die je nu eindelijk in je toelaat. Zolang als je dit proces de ruimte geeft om plaats te vinden en je de heilzame werking ervan ervaart, voel je een grote vreugde en dankbaarheid voor deze van binnenuit komende vredige bevrijding.



Als je echter de strijder die daardoor vanzelf aan de kant ging, alle donkerte die daardoor vanzelf verdween, alle hardheid die daardoor vanzelf verzachtte en alle gereedschappen die daardoor vanzelf overbodig werden als een verliezen van je houvast ervaart en je bang wordt dat je zo je vertrouwde stabiliteit kwijt raakt, zou je de bevrijding die zonet plaatsvond wel eens een krachtig halt toe kunnen roepen.


Door de innerlijke waarde, waar je zo naar verlangde, even helemaal in de oppervlakte van je bestaan toe te laten, kan je overlevingsprincipe zich onderuitgehaald voelen. Niet alleen omdat je overlevingsprincipe erdoor verzachtte en dat interpreteert als ontkracht en verzwakt raken, maar ook omdat, door het toelaten van innerlijke waarde en haar volheid, plotseling heel duidelijk ervaarbaar wordt hoe verkrampt, behoeftig of onharmonieus je gewoontegedrag was geworden, vanuit het gemis van die echtheid en innerlijke volheid.


Als op zo’n moment de vreugde van het bevrijd zijn overschaduwd wordt door het oordeel dat je dan over je gewoontegedrag hebt, dan wijs je jezelf op dat moment af. Door die afwijzing, pak je met beide handen de strijder, architect, ondernemer, kortom het ego, weer helemaal vast en degradeer je de bevrijdingsbeleving van daarnet tot een af te weren aanval op je stabiliteit. Het vreugdevolle feest van bevrijd voelen is dan omgeslagen in een levensbedreiging en zo verliezen we de vreugde van de bevrijding waar we zo naar verlangden volledig uit het oog.



De vreugdevolle gevoelens van de zo verlangde bevrijding worden dan overschaduwd door gevoelens van angst voor het verlies van stabiliteit. Bevrijding en het verlangen ernaar, krijgen dan een negatieve reputatie. Bevrijding, dat wat ons weer vervulling en volheid zou brengen, wordt zo ongemerkt tot iets wat ons beangstigt en daardoor ons verlangen ernaar ondermijnt en onze wens tot ontwaken en vrij zijn tempert door ons in het onbewuste en lijdende terug te duwen. Hoe sterk heb jij je verlangen naar bevrijding en vervulling al laten temperen uit angst om in die openheid en vrijheid jouw ontstane tekorten en beperkingen onder ogen te moeten zien?


Bevrijding zal niet plaatsvinden zonder vanuit de pijn van gevangenschap er naar te verlangen. Bevrijding vindt alleen dan plaats, als de beklemming van gevangenschap en het bijna ondraaglijke gemis aan de echtheid en volheid je de moed geven om je voor nieuwe aspecten van je werkelijkheid te openen. Op de momenten dat je verrijking van de nieuwe mogelijkheden ziet en voelt, word je je echter tegelijkertijd ook bewust van de beperktheid van de ‘oude’ gewoonten. Bevrijding kan dan ook niet plaatsvinden zonder bewust te worden van waar je, voor het bevrijd zijn, in gevangen zat.



Wie echter op het moment van bevrijding vooral terugkijkt naar de periode van gevangenschap, verdwijnt in een sentiment en neemt niet aan het bevrijd zijn deel. Wie zich op het moment van bevrijding vooral schaamt over hoe hij is geworden als gevolg van wat hij heeft moeten missen, vervalt in zelfmedelijden en neemt niet aan het bevrijd zijn deel.


Maar wie op het moment van bevrijding, die vrijheid proeft en voelt dat dat is waar hij steeds naar verlangde, zal zo’n toestroom van vreugde, kracht en nog meer verlangen voelen, dat hij daardoor, boven alle oordelen en schaamte uit, de vervullende volheid en liefde van zijn innerlijke waarde voelt. Hij voelt dan dat dat de kwaliteit is, die precies de richting aangeeft in welke hij zich, aan alle beperkingen van zijn mens zijn voorbij, verder wenst te ontwikkelen. Hij voelt dan dat zijn verlangen naar vrijheid, liefde en volheid altijd de enige, echte en betrouwbare leidraad was, is en zal zijn.


Bevrijding, het verlangen om te leven in de volheid van innerlijke en bezielde echtheid is de grootste vreugde die een mens kan overkomen. Ze haalt de pijnlijke polariteiten uit je oordelende waarneming weg en vult je vanuit de diepte van je bestaan met licht, liefde en met de vrije vrede van je innerlijke Zijn.


In love,


Anandajay

bottom of page