top of page

Je eigenheid en je bestemming

Binnen de schoonheid en diversiteit van alles wat het leven ons biedt, voel ook jij misschien wel het verlangen om duidelijker het contact aan te gaan met wat jouw specifieke menselijke bestaan daarin voor een plaats heeft. Je interesseert je voor je identiteit en voor de zin van je leven. Je vraagt je af wat jouw specifieke waarde is en waar jouw levenskracht je naar toe zal laten evolueren, dus wat je bestemming is. Vanuit zulke vragen zoek je naar verdieping van je bestaan en dan kom je al snel terecht in een of andere vorm van persoonlijke, intuïtieve of spirituele begeleiding.


Misschien heb je tot nu toe de hoop gehad dat, als je dieper in verbinding komt met jezelf en daardoor duidelijker je eigen kracht voelt, je ook gemakkelijker met iedereen zult harmoniëren of vruchtbaar kunt samenwerken of samenleven. Maar stel je bent een bloem, een beige violier bijvoorbeeld, en je leert om meer in je kracht te komen. Je voelt dan dat je op een waardevollere en stralende wijze die beige violier bent en met sommige andere bloemen mooi harmonieert. Als je hoopte dat je door je volle kracht vrij te laten bestaan een bloem zou worden of een kleur zou krijgen die overal bij zou passen, vind je deze beperking waarschijnlijk teleurstellend.

Jouw kracht komt echter niet tot uiting als een kleur of vorm die overal bij past, maar als die beige violier, met jouw specifieke kleurschakeringen, vormen en krachten. Jouw kracht is geen kameleonachtige kracht, maar is een specifieke kleur, is de uitstraling van jouw er-zijn en die geeft je jouw identiteit, jouw vorm. In jou of door jou heen kristalliseert het leven juist op deze wijze uit. Mag je dat zo vrij mogelijk laten plaatsvinden en jezelf en de wereld er zo diepgaand mogelijk door laten verrijken.



Hierbij is het belangrijk dat je dit in het licht van je bewustzijn mag gebruiken, zodat alles wat vrijkomt met de respectabele waarde van je aanwezigheid verbonden blijft. Hoe meer je op je plaats, in jouw uitkristallisering, in je uitstraling of in je kracht bent, hoe uitgesprokener je bent. Hoe uitgesprokener iets is, des te beperkter is het ook, maar dit is een positieve beperking, want het is een beperktheid die zijn volheid beleeft. Die beperktheid laat zien welke identiteit jij hebt, maar het is aan jou hoe vrij, vol en vervullend je het leven daarin toelaat.

Aan jouw leven, aan jouw zijn, zijn bepaalde identificeerbare krachten verbonden, die je in vrijheid helemaal dat kristal laten zijn dat uit jouw levend zijn voortkomt. Hoe vrijer je vanuit de aan jou verbonden krachten bent, hoe meer je ook voelt dat je qua vorm niet meer alles kunt en wenst te zijn wat je voorheen dacht te willen zijn. Bij jou hoort op een organische manier vooral dat wat jij van nature bent.


Als je gelooft dat je door vrijer jezelf te zijn, universeler wordt, is dat niet de werkelijkheid en al helemaal niet de bedoeling. De bedoeling van het leven is om ons, via diversiteit, de wonder-baarlijke grootsheid van het bestaan te laten zien en te ervaren.



Ieder van ons mag via zijn beperkte eigenheid de ingang vinden tot het oneindige wezenlijke waarin we allemaal gelijk zijn, want in het zijn is nog niets uitgekristalliseerd en is alle leven nog met de volheid en heelheid van de existentie verbonden en gevuld.


In de verschijningsvorm, vrij of onvrij, ben jij hoe jij op dat moment uitkristalliseert en dat is je identiteit. Het enige wat daarin verschil kan aanbrengen is de vrijheid waarin jij je aan het uitkristalliseren van alle krachten die je in je meedraagt durft over te geven. Deze vrijheid bepaalt ook hoe duidelijk je bestemming kan plaatsvinden en hoe duidelijk je die dan ook in je leven herkent.


Jouw bestemming beslaat een bepaald stukje van de grootsheid van het leven. Zou je een popster, een Chinese landarbeider of profwielrenner zijn geweest dan was dat je bestemming, maar jij bent jij, onevenaarbaar.


Waarom zou de roze roos, in het kader van persoonlijke of spirituele ontwikkeling, over zijn grens moeten leren stappen om uiteindelijk in zijn uiterlijke identiteit ook geel of wit te kunnen zijn. Spirituele ontwikkeling, de ontwikkeling die je met je wezen in verbinding brengt, geeft je juist terug aan de vrijheid en vreugde van het zijn wat je bent en daar hoort voor een roze roos bij dat ze roze en roos is.


Spirituele ontwikkeling zal de roos ondersteunen om zo volledig mogelijk haar roze-zijn en roos-zijn aan te nemen, zodat ze daarbinnen de vrijheid heeft om het leven dat binnen haar identiteit door haar heen gaat, zo open, voelend en vrij mogelijk te ervaren.


Hoe minder energie de roos steekt in de bewijsdrang om ook geel of wit te kunnen zijn, des te meer ruimte, gevoeligheid en openheid zal ze hebben om het leven te leren kennen dat dan door haar beperkte aspect van de schepping heen, door haar identiteit heen, plaatsvindt.


Hoe meer je voelt wie je wezenlijk bent, hoe minder behoefte je voelt om in je identiteit anders te willen zijn dan wat natuurlijk en dus ook je bestemming is. Hoe meer je jouw bestemming en je eigenheid aanneemt, ook al mag die door de tijd organisch nog wat veranderen, des te specifieker en dus kleiner, wordt het gebied, het veld, het aspect, dat je qua vormgeving en krachtenveld bent. Dit aspect, de identiteit die bij je hoort, geeft je vervolgens de oneindige ruimte om open te zijn voor het wezenlijke van het leven en dus van jezelf.



Het beukennootje, zou als het bewustzijn had, zijn bestemming al in zich kunnen voelen. Het zou zinloos en onmogelijk zijn om een eikenboom of dennenboom te willen worden. Zijn identiteit, de krachten die het bij zicht draagt, zijn vanuit de natuur bepaald. Het zaadje kan niet alles worden, niet overal groeien en is daardoor slechts een heel beperkt aspect van het grootse leven.


De vrijheid die het zaadje heeft, is om zo vrij en volledig mogelijk uit te kristalliseren in de volste volheid van de krachten, die het in zich meedraagt. Alhoewel zijn identiteit steeds verandert van spruit tot plantje, tot struik, tot boom en tot een steeds veranderende kruin, bewegend door seizoenen en weersomstandigheden, is zijn bestemming, zijn kracht en zijn identiteit het beuk-zijn.


Het lonken naar dennenboom zijn, zou hem ontkrachten, verwarren en immens veel nutteloze energie kosten. Als het beukennootje zijn bewustzijn met elke fase van het beukenboom-zijn verbindt, van zijn specifieke identiteit geniet, zijn door de natuur gegeven krachten vrijelijk laat uitstralen en zijn bestemming ervarend laat uitkristalliseren, leeft het in vrede en overeenstemming met zichzelf.



Vanuit die vrede en overeenstemming heeft het in elke fase van zijn bestemming de mogelijkheid om open te staan voor de essentiële waarde van de ruimte waar zijn identiteit, al zijn kracht, en zijn uitkristalliserende bestemming uit voortkomt.


Want ook al is alle uiterlijkheid steeds in verandering, de bron waar alles uit voortkomt blijft de gehele tijd hetzelfde. Als het dat ervaart, ervaart het de grond van het bestaan, het zijn en voelt het, juist door zijn eigen vorm, kleur en identiteit heen, de essentie waar alle leven op rust, vanuit begint en in geworteld staat. Dan voelt het de essentie van zichzelf, want ook een beukennootje is het leven zelf.

Zo geeft elke beperkte eigenheid en identiteit je, juist door haar volledig aan te nemen en door haar bestaan heen, de toegang tot de essentie waar alles vanuit ontstaat en waar alle leven gelijk is.


Identiteit en essentie zijn juist in hun samenhang het wonder van het leven. Ze zijn beide waar en belangrijk, want het huis en de deur zijn belangrijk om de bewoners van het huis te kunnen ontmoeten en met hen de liefde van het bestaan te delen.



Zo is jouw identiteit belangrijk om niet afgewezen maar erkend te worden, zodat het de deur mag zijn waardoor jij binnengaat om de bewoner ervan, jezelf te ontmoeten en samen de essentie van het er-zijn, van het leven, van liefde, te delen.


Er is iets merkwaardigs in de wens van de roos om een lelie te willen zijn. Zoiets kan alleen maar een ego dat vergelijkt bedenken. De roos is roos en het enige wat ze wenst, is om dat zo optimaal mogelijk te zijn. Ze gaat niet bakkeleien over de kleur, de hoogte, de knop, de dikte. Nee, ze probeert zo optimaal mogelijk te zijn wat ze van nature is, door alle levenskrachten die haar ter beschikking staan toe te laten.


Ze is daardoor liefdevol naar zichzelf, bekrachtigt zichzelf en zal daardoor op haar mooist zijn voor wie haar ziet of meemaakt. In die kracht en vrijheid geeft ze de meeste ruimte aan het leven dat zij is om vrij, volledig en gevend door haar heen te mogen komen. Door die bereidheid drinkt zij direct van de bron en krijgt ze de volheid van het leven, waardoor ze steeds dieper zal verstaan wat en waar haar levensbron is.



Het aannemen van haar bestemming maakt haar bestaan daarnaast ook tot een zo krachtig mogelijke bijdrage aan de rest van de wereld.


Zo is het ook voor ons als mens. Als ook jij al die krachten toelaat en daardoor direct drinkt uit de levensbron in jou, uit de bron van de creatieve schepping, krijg je een hele andere beleving van jezelf. Dan ontstaat er vanzelf een geheel ander gevoel van waarde, en ontstaat er respect voor jezelf en voor het leven dat je bent, waar je onderdeel van bent en waarin zoveel verschillende vormen en identiteiten van andere mensen de oneindigheid van haar grootsheid bevestigen.


Ik nodig je daarom uit om volledig, vol van waarde en leeg qua oordelen, aan dit leven deel te gaan nemen, zoals het, óók voor jou en de natuurlijke creatie die jij met je menszijn vertegenwoordigt, bedoeld is.


Dan kan geluk een natuurlijk gevolg zijn van die volledigheid en van het deelgenoot zijn van een groter geheel. Dan kan dankbaarheid een natuurlijk gevolg zijn van die vervulling en van het voelen van de waardigheid van je aanwezigheid. Dan kan liefde een natuurlijk gevolg zijn van die zijnskwaliteit en van het bevriend zijn met je Zelf, dat je daarin ontmoet.

bottom of page